De bron van de Dordogne en de vreemde oorsprong van haar naam

IMG_9721.JPG

De Dordogne is bij Frankrijk reizigers een bekende naam. Natuurlijk omwille van de rivier, maar waarschijnlijk nog veel meer omdat de Dordogne streek een populaire vakantie bestemming vormt. Een eind daarvandaan in de Auvergne, niet zo ver van Clermont-Ferrand, ligt dan weer de bron van deze river maar het is geen bron zoals alle andere …

De Auvergne is op zich al een bijzondere streek, zo’n beetje het dak van centraal Frankrijk. En als je hoog genoeg gaat dan kom je in skigebieden terecht. Het is op zo’n ski-berg dat de Dordogne haar oorspong vindt.

Het was nochtans hoog zomer toen we met de motor de Mont-Dore opreden, op zoek naar de bron van de Dordogne. Toch was het behoorlijk fris, we zitten rond de 1400 meter hoogte en komen aan bij het basis station van een skipiste. Daar stroomt de Dordogne de berg af, maar de bron ligt blijkbaar wat hoger op de pistes. Els geeft er de voorkeur aan wat te schuilen tegen de koude bij het dalstation (dat in de zomer natuurlijk gesloten is) en ik stap in volle motoroutfit de groene pist op. Groot is mijn verbazing als ik zie dat de beginnende rivier zich in twee splits aan de rand van de skipiste, of beter gezegd, als blijkt dat de Dordogne eigenlijk ontstaat door de samenvloeiing van twee mini-riviertjes: de Dore en de Dogne. En daarmee is meteen ook duidelijk waarom dit de Dordogne is.

Bekijk de video hieronder voor beelden en mijn professionele uitleg :)

Meer foto’s van de bron van de Dordogne:

Oog in oog met een eland, Russen en Finse wijn / Kuhmo - Ilomantsi

IMG_0580.PNG

De Noren hebben mij op deze en ook vorige reizen al flink gepest met talloze borden die waarschuwen voor overstekende elanden, maar in tegenstelling tot rendieren zagen we geen enkele van die reuze viervoeters. Tot we vandaag ergens in de eindeloze Finse bossen een statige dame zien staan langs de kant van de weg. Mevrouw eland kijkt ons nobel aan en wandelt vervolgens het bos in om daar nog even halt te houden voor een laatste foto-pose. Een magisch moment die mij toelaat ook dat puntje af te vinken van de bucket list.

In Noorwegen lieten we de effectieve Noordkaap aan ons voorbij gaan, maar het meest Oostelijke punt van Europa laten we niet zo maar passeren. Eerst slaan we nog wat proviand in en bezoeken we de design kerk van Pielisjärvi en vervolgens duiken we weer de wildernis is richting Zuid-Oost. Hattuvaara is het doel, een onooglijk dorp waar een onverharde weg ons opnieuw naar de Russische grens brengt. We zitten aan de meest Oostelijke grens en midden in een meer (waar anders?) ligt een eilandje met grenspalen erop. Rood-groen voor de Russische kant, wit-blauw voor de Finse kant. Voor dit verlaten toeristische plekje werd een uitzondering gemaakt in de strikte 'no go zone', waardoor je de grens ook echt ziet. Er naartoe zwemmen of varen is dan weer strikt verboden. Zoals alle plekken in deze categorie is er verder niet veel te beleven, dus draaien we om en zetten we koers naar het Zuiden op zoek naar een slaapplaats.

Wat research ‘on the go’ leert ons dat er in dit deel van Finland zowaar wijn gemaakt wordt. Dus gaan we in Ilomantsi op zoek naar het proeflokaal van de "Hermann Winery”. Wie nu denkt: "Druiven kweken in Finland, no way!” kan ik gerust stellen, Hermann maakt wijn uit fruit. Wat we te drinken krijgen is dan ook eerder een soort veredeld en alcoholisch fruitsapje. De locatie maakt echter alles goed, we bevinden ons hoog boven de grond in een watertoren met dus een fenomenaal zicht op de omgeving, tot in Rusland. 

Het is ondertussen bijna zes uur en net buiten het stadje ligt een soort recreatiegebied met meerdere campings. We rijden op goed geluk de eerste camping op en zien een compleet leeg terrein. Navraag bij de beheerders maakt ons niet veel wijzer want moeder spreekt enkel Fins en Russisch en de tiener dochter komt er aan te pas om ons de weg naar de toiletten, douche en sauna te wijzen. We kiezen de mooiste hoek van het terrein, vlak bij het meer en zetten ons kamp op koken een lekker potje.

Kunst en Oorlogsgeschiedenis / Ruhtinaansalmi - Kuhmo

fullsizeoutput_4c53.jpeg

Vandaag liggen er twee eerder ongewone toeristisch attracties op onze route. In de voormiddag duiken er plots duizend (1000!) rustige mensen op langs de kant van de weg. Geen echte mensen maar ‘Hiljainen Kansa’ of ‘silent people’, een installatie van kunstenaar Reijo Kela net buiten Suomussalmi. Het zijn eenvoudige houten kruisen met een kluit turf erop (als hoof en haar tegelijk) en aangekleed door de lokale scholieren met tweedehands kledij. Een bevreemdende plek die uitnodigt om te veel foto’s te maken die nooit écht de sfeer zullen capteren.

Na de middag wordt onze aandacht getrokken door 17.000 stenen met in het midden een monument met 105 klokjes. Eén steen voor elke gesneuveld soldaat in de Winteroorlog van 1939-1940 bij Suomussalmi, één belletje voor elke dag strijd. Het Talvisodan Monumentti (Winteroorlog monument) ligt achter een druk bezocht oorlogsmuseum met lunch restaurant en gidsen in vlot Fins. Zeker de moeite om te bezoeken maar de uitleg moet je dus zelf verzinnen (tenzij je de Finse taal machtig bent).

De slag speelde zich vooral af rond de weg vanuit Rusland naar Suomussalmi, en die weg nemen wij richting een eerste ontmoeting met de Russische grens. Bij het veel minder druk bezochte grenshuisje krijgen we een zicht op het leven van een grenswachter in de jaren 30 en een sappig verhaal over de Amerikaanse fietser die dacht zo maar even in de bossen rond de grens te kunnen gaan rondtoeren. De grenszone is 1km breed aan Finse kant, en 10km aan de Russische kant. De wielertoerist mocht zijn tochtje bekopen met 3 dagen cel in Rusland en een fikse boete bij zijn terugkeer in Finland. We blijven dus wijselijk aan deze kant van slagboom.

Om de overload aan bossen nog wat op de spits te drijven kiezen we voor en een shortcut die ons 20km bespaart én over een ongedocumenteerde onverharde houthakkers wegen brengt, richting Kuhmo. Dit verder tamelijk rustig dorpje ligt in het hart van Karelië en is de thuis van het bekendste Finse gedicht, de Kalevala. Er vind in Kuhmo ook een beroemd klassiek ruzie festival plaats, maar dat hebben we met een week gemist.

Go East! / Rovaniemi - Ruhtinaansalmi

fullsizeoutput_4c52.jpeg

Bij een vorige (motor)reis door Frankrijk heb ik een fascinatie voor messen opgedaan. We kunnen Rovaniemi dan ook niet verlaten zonder een bezoek aan het museum van de bekende Finse messen fabrikant Martiini. Met een uniek stuk gemaakt voor 100 jaar Finland, een praktisch traditioneel mes voor dagelijks gebruik, een utilitair broodmes dat past in onze auto-keuken én twee rendierhuiden verlaten we de stad. De logische keuze zou zijn om naar West Finland te gaan, waar de Finnen genieten van een vakantie aan zee. Maar we zijn niet op reis om de platgetreden paden te kiezen, dus zetten we koers richting Russische grens. 

In de Provence ga je op zoek naar lokale marktjes, in Finland is er om de 300km wel een lokaal evenement. Live accordeon muziek, de visclub die het vel van een ter plekke geschoten beer verkoopt, handwerkstandjes en … een competitie 'kerstsok werpen'. Welkom in Oost Finland.

Bossen en meren volgen elkaar op, ze tellen zo geen enkele zin hebben. Maar met acceptabele temperaturen, en de talloze pittoreske plekjes (die ik op voorhand op Google gespot heb) stijgt goesting om te gaan wild kamperen. De G is er helemaal klaar voor en we hebben onderweg een heerlijk stuk zalm en verse groeten gekocht. Maar het legendarisch ‘je kan overal wild kamperen in Scandinavië’ blijkt toch iets minder evident te zijn. Je wil niet kamperen langs een hoofdweg, en als er al een onverhard weggetje loopt naar een plek aan een meer, dan staat daar gegarandeerd een vakantiehuisje van één of andere Fin. En de regel zegt dat je een eindje (150m) van de bebouwing moet blijven. In de praktijk blijkt een kampeerplek vinden in deze regio bijzonder moeilijk. En daar was het dan, aan het eind van een verlaten pad bij een rivier, een prachtig plekje om ons kamp op te slaan. 30 seconden later zitten we terug in onze trouwe vierwieler, een overmacht aan muggen, midgets en ander stekend ongedierte jaagt ons naar de dichtst bijzijnde kamping. Campings in Scandinavië hebben niet alleen propere douches, ze zijn vooral uitgerust met een “mosquito magnet”, een soort gigantische stofzuiger die tegelijk muggen lokt met een ‘mensengeurtje’ (http://www.mosquitomagnet.com/).

De dag van het albino rendier / Enontekiö⁩ (Hetta) - Rovaniemi

fullsizeoutput_4c51.jpeg

We trekken verder door Lapland waar buiten natuurwandelingen niet zo veel te beleven is. De kortste weg blijkt op een kleine 100km onverhard te bestaan, altijd leuk als je er de juiste auto voor hebt. We komen op onze rit nauwelijks andere auto’s tegen. Nu we onze persoonlijke Noordkaap gerond hebben en terug richting Zuiden rijden, daalt er een soort rust over onze reis neer. Niets hoeft nog, uren door de eenzame bossen rijden wordt een soort meditatief mantra. Steeds alert voor rendieren en stil hopen een echte eland te zien. De CD lader heeft het ondertussen opgegeven, dus rij ik de toon van de zingende rollagers en differentiëlen. Rust.

Onze volgende overnachtingsplek bevind zich in Rovaniemi aan de oever van de Ounasjoki. Vreemd om hier vanuit het Noorden te komen aan rijden. Dit stadje is bij de meeste mensen bekend als woonplaats van de kerstman, en het meest Noordelijke waar ze ooit zullen komen. We zitten nu ongeveer terug op de poolcirkel met een streepje zon en temperaturen rond de 14 graden. Dus kan er terug gekampeerd worden, varkenshaasje op de BBQ en gezellig slapen in de ‘G’.

Overlanding door Lapland / Tromso - Enontekiö⁩ (Hetta)

fullsizeoutput_4c50.jpeg

Nog even de voorraad water aanvullen in de keuken van het hotel, en dan naar de andere kant van de stad om te tanken en Lapland in te trekken. De GPS stuurt ons door de hoofdstraat van Tromso en laat ons plots een soort parkeergarage in duiken. Ik twijfel even of de ‘G’ met ONAK kano op het dak wel binnen zal geraken, maar veel tijd om te twijfelen is er niet. Honderd meter verder blijkt dat dit de tunnel is naar de andere kant van de stad. Het wordt wat minder evident als we nog wat verder op een rond punt stuiten … We slaan links af op goed geluk, want een GPS werkt niet midden in een berg, om vervolgens opnieuw op een rond punt aan te komen … Na wat zoeken komen we dan toch aan de andere kant van de berg uit. Verdwalen in een berg, er is voor alles een eerste keer.

Na 2000 kilometer op Noorse wegen hebben we ontelbare waarschuwingsborden gezien voor overstekende elanden, maar nog nooit een echte Eland. En nu zijn we midden in Lapland aanbeland, op de grens met Finland, een gigantisch gebied waar de Lappen waken over vrij rondlopende kuddes rendieren. We zijn dan ook nog maar net de grens over als zo’n eerder klein beest met een enorm gewei rustig over de weg slentert. Aan auto’s wordt geen aandacht besteed, massa’s tijd dus om de familie van Rudolf te fotograferen.

We zitten nog steeds ver boven de poolcirkel en campings zijn dun gezaaid, dus kiezen we voor een hytte in Hetta (of Enontekiö⁩). Deze 'metropool' is waar de echte lappen wonen en leven volgens hun oude gewoonten. Maar verwacht geen tenten of iglo's, het is gewoon één straat. Gezien er ook nauwelijks winkels te vinden zijn in de buurt kiezen we opnieuw voor een restaurant. Het ziet eruit als de gelagzaal van een Sovjet hotel uit de jaren ’70 maar het eten is heerlijk (rendier, of wat dacht je).

Daar komt de permafrost / Lofoten - Tromso

fullsizeoutput_4c4f.jpeg

Vandaag verlaten we de Lofoten en trekken voor de laatste keer richting Noord. Het plan is niet heel duidelijk, we trekken terug landinwaarts en willen richting Finland. Het weer is echter niet fantastisch en kamping zijn er niet zo veel te vinden. En wildkamperen? Dat kan in theorie, maar er zijn niet zo veel plekken mooie, rustige plekjes die ook nog bereikbaar zijn. We zijn niet in Zwitserland waar je op elke berg wel een alpenweide vind met koeien erop en dus een soort weg er naartoe. Dit is Fjorden land en we zijn zo ver Noordelijk dat elke vorm van landbouw hier zo goed als onbestaande is. Dus ook geen malse weiden voor koeien of wildkampeerders.

We maken dan maar van de nood een deugd en gaan op zoek naar het Noorwegen van de Noren. Zo stoppen we voor een lunch in ‘Det Lille Kjokken' (de kleine keuken), fastfood op zijn Noors. De tamelijk ongeïnspireerde nederzettingen langs de rest van de weg laten ons koud en we rijden door het op permafrost gebouwde Tromso. Hoewel de stad bekend staat als universiteitsstad, is de ambiance eerder bescheiden te noemen. Tijd dus om de fastfood van deze middag te compenseren met een culinair dineetje bij Emma's Drommekjokken, waar Hillary Clinton ons voor ging.

Op zoek naar de oorsprong van de vikingen (en breiwol) / Lofoten

fullsizeoutput_4c4e.jpeg

De Lofoten zijn in de eerste plaats een indrukwekkend stuk natuur. Stel je de alpen voor, die recht uit de zee oprijzen. Rondrijden over dit (schier)eiland is een genot, je kan achter elke bocht stoppen om te genieten van alweer een spectaculair uitzicht. We rijden helemaal tot in A in het Zuiden, maar niet zonder een bezoek te brengen aan het Lofotr Viking Museum. In het museum en een perfect nagebouwde herenboerderij, leer je een stukje viking geschiedenis kennen en kan je praten met enthousiaste reënactors die spinnen en weven, koken en hout bewerken zoals vroeger. Wij zagen zelfs enkele bezoekers compleet in viking outfit.

Naast het toerisme vormt stokvis de natuurlijke rijkdom van de Lofoten, niet voor consumptie door lokale Noren maar voor export naar het Zuiden. Het is de Lofoten wol die écht lokaal van pas komt om lekker warme truien te breien. Els is een beetje brei-gek (ze breide een volledige trui tijdens de lange ritten op deze reis), dus gaan we op zoek naar een winkel met authentieke lokale wol. Die ligt ergens in een dorpje in een minder bezochte uithoek van het hoofdeiland. Met een grote zak exclusieve wol achterin trekken we terug richting Noord.

Vanavond wil ik de zon niet zien ondergaan. Dat betekent niet dat we de bloemen gaan buiten zetten in de lokale disco (als die er al zou zijn), wel dat ik aan de West-kant van het eiland met zicht op zee wil logeren. Aan de Oost-kant heb je namelijk nog een gevoel van nacht omdat de zon ’s avonds achter de bergen verdwijnt. Een leuke logeerplek vinden aan zee blijkt niet zo simpel, tot we een bekend gebouwtje vlak bij de zee zien staan. Het is het 'Grunnfør bicycle shelter’ dat ook al op één van de postkaarten figureerde die we eerder kochten. Samen met nog een paar andere wildkampeerders installeren we ons met zicht op zee. Die plek is niet enkel bekend omwille van de shelter, er is ook een oude hut waar iedereen spullen achter laat of oppikt wat ontbreekt voor de reis: Rolf's Bar. Stel je er echter geen echter bar bij voor, met bediening en zo. Maar als je je eigen eten en drinken mee hebt, en het weer is slecht dan kan je vanuit de 'bar' de zon zien ondergaan (of niet zien ondergaan in de zomer).
Ik blijf een gat in de nacht kletsen met Robert, een Fransman die met zijn motor nog een paar maand onderweg zal zijn door het hoge Noorden. Ondertussen schuift de zon traag richting horizon en ik kan al inschatten waar ze terug omhoog zal komen zonder te verdwijnen achter de horizon. Met een glas Calvados blijf ik staren naar de horizon. Middernacht nadert en de lucht trekt dicht, dat betekent dat ik het keerpunt van de zon aan de horizon niet te zien zal zijn, dus ik besluit Els in de auto te vervoegen. Wat een heerlijk zen-momenten!

Op naar de Lofoten / Korgen - Svolvaer

fullsizeoutput_4c4d.jpeg

Een overnachting in een hytte gaf ons de kans om met een volledig opgedroogde auto verder Noordwaards te trekken. De Noorse Fjorden en bergen worden indrukwekkender naarmate we verder rijden en we steken de poolcirkel over in een soort maanlandschap. Bij de verplichte toeristische stop kopen we stickers als bewijs van ons bezoek aan deze mijlpaal, en vooral ook een warme jas die mij nog veel plezier zal bezorgen tijdens de frisse kampeer avonden. 

Alle Noren blijken ook in juli op vakantie te vertrekken, dat merken we niet alleen aan de massaal aanwezig campers op de weg. Er wordt normaal druk gewerkt aan de N6, maar nu staan alle machines werkeloos aan de kant. De wegenwerkers hebben voor ze zelf met zomervakantie gingen, hun fluo spuitbussen leeggespoten op de graafbak van de bulldozers. Ze wensen ons 'God Sommer’.

Rond 16u30 rollen we Skutvik binnen, een rustig havendorpje waar een ferry ons naar Svolvaer op de Lofoten zal brengen. We zijn ruim op tijd en genieten van de verplichte wachttijd die het wachten op de boot ons oplegt. Een wandelingetje, kijken naar het water, koffietje zetten, boekje lezen … Een korte ferry in vergelijking met onze bootreis uit Gent, maar het neemt toch nog twee en een half uur om naar Svolvaer te varen. Het is dan ook al na 21u als we aankomen en op zoek gaan naar eten en een plek om te slapen. We vinden een schitterend restaurant in een oude stokvis fabriek (Borsen) met heel lekkere aquavit. De strenge Noorse wetten rond alcohol en autorijden doen ons besluiten om niet meer op zoek te gaan een kampeerplek, we logeren vannacht in een wel heel comfortabele hytte. Het wordt zo’n rood houten huisje langs en ook een stukje boven het water.

We duiken Noorwegen in / Valadalen - Korgen

fullsizeoutput_4c4c.jpeg

Ontbijt in de regen, gelukkig is er de luifel en kan ons reserve zeiltje dienst doen als afdak boven het keukentje dat uit onze achterdeur schuift. Op basis van een mix van Google maps en instructies van de locals kiezen we voor een gravel weg langs bossen en meren richting Noorwegen. Het voelt als een smokkelroute door de Noordelijke bossen en meren, maar het is ook gewoon de kortste weg. Alleen wat lastig met een caravan of een ander voertuig dat niet stevig in elkaar zit. Dertig kilometer schudden en schuiven verder komen we bij de Noorse grens, het kantoortje voor de douane zal nog dertig kilometer verder richting bewoonde wereld te staan.

In Noorwegen komen we in een totaal ander, veel bergachtiger landschap terecht. We kiezen voor de efficiënte E6 verder naar het Noorden. Niet de aangenaamste keuze want deze drukke weg loopt langs de minst interessante plekken van Noorwegen. Maar er zijn hier maar twee opties: enigszins opschieten langs de hoofdweg of traag reizen langs bergen en over fjorden met talloze ferries. Wij hebben de Lofoten op het oog, en dat is nog wel een eindje, dus kiezen we voor de snelle weg.

Het regent ook de ganse dag dus karren we lekker door met als enige echte tussenstop een charmant kerkje. Zo eentje waar je in Frankrijk gewoon voorbij zou rijden, en waar hier in Noorwegen en full time conciërge zit om je wegwijs te maken. Het kerkje charmant, en we hebben vooral de huisbewaarder gelukkig gemaakt met ons bezoek.

Nat opgestaan en nat aankomen, dat motiveert niet echt om buiten in de regen een potje te koken. We kiezen dus voor een hytte op een camping bij Korgen, een chalet dus waar we die biefstuk die we uit België meebrachten op correcte wijze kunnen bakken en verorberen met een glaasje wijn.

Dubbele rendier ontmoeting / Äppelbo - Valadalen

fullsizeoutput_4c4b.jpeg

Het is nog maar het begin van de reis en de drang om te bewegen zit er nog goed in. We zijn nog niet helemaal ‘zen’, anders bleven we zeker wat langer op die paradijselijke plek. Maar er wachten ons nog drie Scandinavische landen om te ontdekken. Meer nog, vandaag doen we 500 kilometer. En de route loopt al meteen over een stukje onverhard, daar zat ik al op te wachten. We gaan steeds verder Noordelijk en richting Noorwegen, naar Valadalen. Maar eerst nog even langs de supermarkt voor provisie en vooral een vol assortiment afweermiddelen tegen muggen. Twee sprays, een wierook lint en een stuk high tech moeten de muggen, en vooral de midges, weg houden hier in het Noorden. Wat zijn Midges? Stel U een zwerm fruitvliegjes voor, die harder prikken dan de doorsnee Belgisch mug.

Voor de picnic laten we ons we ons door de toerisme borden leiden naar een waterval midden in de bossen, de Helvetesfallet. Het is wel even omrijden, gelukkig onverhard, en dan weer even stappen. Of het de moeite waard was? Laat ons zeggen dat het een goeie reden was om even te bewegen, in plaats van de ganse dag in de auto te zitten. Maar ik zou mijn reis er niet rondom heen plannen.

Hoewel we nog niet eens halfweg tot het Noordelijkste punt van Zweden zijn, is dit toch al echt de wilde natuur. Op een paar tientallen kilometers van onze eindbestemming voor vandaag, zien we plots midden op de weg een rendier staan. Vanaf dan ligt het fototoestel steeds in handbereik, want zo’n smartphone foto vanop 100 meter afstand doet de belevenis geen eer aan.

We hebben een camping gelokaliseerd in het Valadalen natuurpark (Valagarden), een indrukwekkende omgeving waar je vlot een week kan rond stappen. De regen en muggen motiveren ons om het restaurant bij de camping een bezoekje te brengen. Het mag duidelijk zijn dat dit niet het hippe Kopenhagen of trendy Stockholm is. We zijn de op één na enige gasten in het Ikea-gezellige interieur waar de moeder des huizes ons bedient in vlekkeloos Zweeds. We laten ons gaan in een grote, ‘sterke’ pint lokaal bier (3,5 vol %) en rendier ragout, onze tweede kennismaking met die dieren vandaag.

Naar het Noorden, en verder! / Gothenburg - Äppelbo

fullsizeoutput_4c4a.jpeg

Een late zonsondergang betekent meteen ook een vroege zonsopgang, we zijn dus vroeg wakker vandaag. Mede omdat we in de auto slapen en enkel echte verduistering voorzien hebben aan het voorraam en de twee eerste zijraampjes. De rest van de ramen is donker getint wat de nodige privacy garandeert, maar best veel licht binnen laat. Handdoeken tussen de ramen steken wordt dus toegevoegd aan de ‘gaan-slapen-procedure’. We passeren nog even langs Gothenburg en leren dat het een mooi stadje is, maar dan ook weer geen metropool waar je dagen kan in rond dwalen. Perfect om wat proviand in te slaan voor de picnic onderweg.

Naarmate we meer naar het Noorden van Zweden rijden evolueert de weg van een mooie snelweg, naar een tweebaansweg die bos en veld doorklieft. We hebben vandaag een 400tal kilometer op het programma staan en tegen een typische snelheid van rond de 80km/u betekent dat een dagje door rijden. Als we rond 17u in Äppelbo aankomen gaan we op zoek naar de charme camping die we in een boekje gevonden hebben. Blijkt dat dit gehucht niet groot is in aantal inwoners, maar des te groter in oppervlakte. De camping blijkt nog 40km verder te liggen, eigenlijk terug een beetje Zuidwaards. Met lichte tegenzin volg ik de GPS die steeds van gedacht lijkt te veranderen, om ons na een tijdje achter te laten bij een onbestaande weg. We rijden verder op het gevoel en de technologie blijft vreemde instructies geven. 

Als we langs een perfect gemaaid stuk gras langs de rivier passeren is onze keuze snel gemaakt: laat die camping maar zitten, we gaan wild kamperen! Blijkt dat dit een soort recreatie plek is voor toeristen, inclusief bio-toilet en houtvoorraad, die het dorp net helemaal in orde heeft gemaakt. Totale rust, een voorbij schuivende rivier en een heerlijk warm zonnetje. Perfect om de drone die ik heb meegebracht te testen, de zonnepanelen uit te stallen en voor Els om wat yoga te doen. Hilarisch wordt het als een lokale boer in een Swedish-cook-taaltje komt uitleggen dat we heel welkom zijn, en vervolgens luid lachend wat yoga bewegingen mee doet.

Ook wildkamperen op dit plekje, het adres is Ovanhenden, Appelbo, Zweden. Op het kaartje hieronder bevind het plekje zicht daar waar de rivier dichts bij de weg komt (onderaan de "U" vorm van de rivier):

De boot in met de G Wagon / Gent - Gothenburg

fullsizeoutput_4c48.jpeg

We zijn ongeveer putje zomer en het regent pijpenstelen als we de kade naast de Volvo fabriek aan het kanaal Gent-Terneuzen oprijden. Even voor 14u zal de Fresia vertrekken met een buik vol Volvo voertuigen en 4 auto’s met reizigers. Eén daarvan is onze Mercedes G klasse, ook al eens G Wagon genoemd en onder ons kort ‘de DJIE’. De goesting om te reizen buiten de platgetreden zit er bij Els en ik al lang in. We evolueerden de voorbije decennia van sympathieke chambre d’hôtes naar een afgelegen boshut, tot de laatste jaren kamperen met de motor, altijd een beetje meer avontuur. En de voorbije winter was het dan zo ver, na lang wikken en wegen en een zoektocht langs tweedehands websites verscheen de terreinwagen op de oprit. Oerdegelijk en onstopbaar, en vooral ook comfortabel en veilig om lange afstanden af te leggen. Met een paar toevoegingen (roofrack, luifel, extra electriciteit, uitklap keuken en een bed) en weglatingen (achterzetels, dakspoiler en pompeuze bescherming voor het reservewiel) transformeerde de G Wagon van een patserbak voor rappers tot een bescheiden en sympathieke woonmobiel. Klaar voor ‘overland’ avonturen over de ganse wereld.

Ondertussen glijdt de Fresia rustig door het kanaal tot Terneuzen en volgt de schelde tot Vlissingen. Vanaf daar kiezen we echt het ruime sop en terwijl we wennen aan de vreemde rust aan boord van een schip genieten we van de kookkunsten uit dezelfde kombuis als de bemanning. Nog wat lezen en terwijl de Nederlands kust steeds verder van ons wegvaart wordt het stilaan bedtijd. 36 uur op een schip met een boek en de horizon om je te vermaken vormen de perfecte ingrediënten om de hectiek van het dagelijks bestaan achter je te laten. Wanneer we ’s anderendaags rond 20u aanleggen zijn we helemaal klaar om ons aan de tijd en de natuur over te geven.

De trip naar Zweden (of Noorwegen) maken per boot is wat ons betreft een absolute aanrader. Wij betaalden € 637 voor de enkele reis voor de auto en twee personen in één kajuit. Reserveren kan niet gewoon online, je belt best even om te checken welke boot nog plaats heeft (er zijn er meerder per week), en reserveert vervolgens via email, of zoals DFDS het zelf schrijft:

"U kan de reservatie dienst telefonisch contacteren op het nummer +32 9 269 12 56 van maandag tot vrijdag tussen 08:00 en 16:00. Om een snelle reservering te garanderen, verzoeken wij u het ingevulde reserveringsformulier door te sturen naar paxbookings.gent@dfds.com."

 

Aanmeren in Gothenburg

Na aankomst in Gothenburg volgen we de GPS naar de eerste en meteen ook laatste kamping waar we een reservatie maakten. Een plekje bij het meer en een late zonsondergang - we zijn een flink stuk richting Noorden opgeschoven - vormen het perfecte decor om de meegesmokkelde geestrijke dranken boven te halen. Calvados voor meneer, appeljenever voor mevrouw. Welkom in Scandinavië.

Scandinoverland: De volledige Scandinavië ervaring

fullsizeoutput_4c60.jpeg

In de zomer van 2017 trokken we vier weken lang door Scandinavië met de G Wagen. Zweden, Noorwegen, Finland én Denemarken moesten eraan geloven. Van Lapland tot Helsinki en van de Noorse Fjorden tot de Russische grens.

Reis met ons mee in dit reisverhaal vol tips, boeiende locaties en fijne ervaringen!

De 10 beste campings voor reizen door Frankrijk met de motor of camper

De voorbije jaren hebben we zowat gans Frankrijk afgereisd met de motor. Een leuke plek vinden om je tent op te slaan is niet altijd eenvoudig als je weg wil blijven van de geasfalteerde camping-pretparken en toch graag een propere douche en toilet wil vinden. Bij deze de top 10 van kleine, charmante campings waar wij met plezier terug gaan. Ik geef nog even mee wat voor ons de ideale reis-camping is:

  • Niet al te groot en zo weinig mogelijk vaste sta-caravans.

  • Geen luidruchtige cafe's, disco's of andere kids-entertainment.

  • Proper gras voor de tent, en liefst droog. Mag een tentweide zijn, electriciteit hebben we niet nodig. Extra ruimte is mooi meegenomen (late night parties met de buren zijn niet aan ons besteed)

  • Een mooi uitzicht of decoratieve setting.

  • Een winkeltje op of in de buurt van de camping is handig, maar je wil zeker (frans) brood kunnen bestellen voor het ontbijt.

  • Een lekker restaurantje op of dicht bij de camping is ideaal, dan hoef je 's avonds niet meer in je motorpak te klimmen voor het diner en kan je rustig die lekkere fles Franse wijn leegdrinken.

  • Proper sanitair, dat spreekt voor zich. En als het even kan toiletten met een bril, zeker geen 'wc turque' waar je moet over hangen.

En dan nu de lijst:

1. Les Eucalyptus - Saint Tropez/Ramatuelle (Cote d’Azur)

Op amper 200 meter van een van de sjiekste stranden ter wereld vind je in een olijfgaard hier een kleine gezellige camping tussen de Eucalyptus bomen. Je waant je aan het einde van de wereld, hier aan het einde van een rustig straatje waar de luxewagens zich verdringen om te parkeren. We zitten dan ook op een boogscheut van Saint Tropez. Je wandelt de camping buiten en even verderop ligt het strand waar je de keuze hebt tussen hippe strandbars of bescheidener optrekjes waar je je niet blauw betaalt voor een drankje. Er is geen winkel op de camping, maar via het strand kom je op de naburige mega-camping terecht waar een tof (groot) restaurant is en een supermarktje waar je al het nodige kan vinden.

Website: www.campingleseucalyptus.fr Adres: Camping LES EUCALYPTUS, Pampelonne, 741 Chemin des moulins, 83350 RAMATUELLE

2. Huttopia - Versailles (Paris)

De Huttopia keten heeft verschillende campings die een mix maken van allerhande alternatieve verblijfplaatsen (woonwagens, familietenten, tipi's, etc) en klassieke kampeerplekken. Deze camping ligt op amper een kilometer of zo van het paleis van Versailles, dus ideaal gelegen voor wie wat cultuur wil opsnuiven. Ondanks de nabijheid van het grote Parijs is het hier toch behoorlijk rustig. Wij genoten ’s avonds van een écht lekkere pizza met onze nieuw gemaakte vrienden die hun tent opsloegen naast de onze.

Website: europe.huttopia.com/site/camping-versailles Adres: Camping Huttopia Versailles, 31 Rue Berthelot, 78000 Versailles, France

3. Chateau Gandspette - Eperleques (Nord/Picardie)

Een al wat grotere camping, inclusief zwembad. Maar de tentweide achteraan is zeer rustig (we gingen ook niet in het topseizoen). Een groot voordeel is dat er ook een OK restaurant is waar je rustig kan doorzakken en vervolgens naar je tent strompelen. En ’s morgens rijdt de bakker gewoon door de camping, dus je hoeft je zelfs niet te verplaatsen om croissants te halen. Heel net sanitair rond het geheel af. O ja, er bezoek zeker het ‘blockhaus’ van Eperleques dat een kilometer verderop ligt. Zelfs voor wie geen interesse heeft in geschiedenis is dit een aanrader, je waant je zowaar in een James Bond film.

Website: www.chateau-gandspette.com/campsite-france-pas-de-calais.html Adres: Camping CHÂTEAU du GANDSPETTE, 133 rue du Gandspette, 62910 Éperlecques

4. Camping Le Mesnil - Saint Aubin sur Mer / Sotteville (Haute Normandie)

Op weg naar Normandie, eigenlijk al in de ‘Haute Normandie’, vind je langs de kust deze camping. Een kleine kilometer door de velden verder ben je aan het strand, ideaal om uit te waaien na een dagje rijden. In het hoogseizoen zijn de stacaravans goed gevuld met bourgondische Fransen wat voor de nodige couleur locale zorgt. Maar in ruil krijg je wel een opvallend lekker restaurantje (waar de lokale horeca ook al eens langs komt) en een volwaardige bakker voor je ontbijt.

Website: www.campinglemesnil.com Adres: Camping Le Mesnil, Route de Sotteville sur Mer, 76740 Saint-Aubin-sur-Mer

5. Camping le chalet Verchin - Verchin (Nord)

Wij vinden het fijn om in de late namiddag nog te vertrekken op reis, eerder dan nog een avond thuis te zitten en dan de voormiddag te nemen om alles op te laden. De druk om alsnog ter vertrekken zorgt ervoor dat je veel tijd wint, en je bent eigenlijk een dag langer op vakantie. Dan is het natuurlijk ook fijn als je ’s avonds nog een slaapplaats vindt en dan is Le chalet in Verchin een fijne bestemming. Een soort mini-camping zonder winkel of restaurant maar wel dubbel zo charmant. In het naburige stadje vind je een frituur, pizzeria en winkels, en nog wat verder is een traditioneel Frans restaurant zoals je ze niet veel meer vind. De eigenaar van de camping helpt je graag verder als je naar 'un bon restaurant' vraagt. Rij bij je vertrek ook even langs Lisbourg waar je de bron van de Leie vindt, die heeft daar een interessante geschiedenis.

Website: www.france-voyage.com/frankrijk-campings/camping-verchin-52863.htm Adres: Camping Aire Naturelle Le Chalet , 2 Rue des Champs, 62310 Verchin

6. Le Bois Coudrais - Cuguen (Bretagne)

Bretagne, in de buurt van de Mont Saint Michel, staat garant voor drukke campings. Niet zo bij de Engelse familie die deze charme camping uitbaat. Er is een beperkt aantal plaatsen, midden in de natuur. Je kampeert eigenlijk in de tuin van de familie en je kan ook gebruik maken van hun bescheiden zwembad. Voor een snelle hap is een een kleine snackbar en even verderop vind je in het dorp van Cuguen de nodige winkels, of nog wat verder in Combourg zijn tal van eetgelegenheden en ook een kasteel dat een bezoek waard is.

Website: www.leboiscoudrais.com Adres: Le Bois Coudrais, 35270 Cuguen (GPS: Coudray ingeven)

7. Camping du chateau - Falaise (Normandie)

Op de rots van Falaise staat een groot kasteel, onderaan bij de rivier ligt een pittoreske camping municipal. Een van die municipals die enthousiast worden uitgebaat en dus goed onderhouden en heel netjes zijn. Een korte wandeling brengt je in het historische centrum van Falaise waar je voor alle shopping en eten terecht kan. De perfect tussenstop op weg naar Bretagne, weg van de snelweg en langs de betere stuurweggetjes.

Website: www.camping-falaise.com Adres: Camping du Château, 1 rue du Val d’Ante, 14700 FALAISE

8. Camping Masia Can Fosses - Planoles - Spanje/Catalonië

Net over de grens met Spanje (dus even buiten Frankrijk), in Catalonië, ligt tegen een bergwand van de Pyreneeën camping Can Fosses. De rit er naartoe is op zich al een reden om hier te logeren. Prachtige bergwegen waar je gezwind door-zwiept terwijl de due-zit zich kan vergapen aan adembenemende landschappen. De kleine camping zelf is basic gezellig met een cafeetje met wifi. In het dorpje kan je bij écht traditionele winkeltjes terecht voor lokaal lekkers. Wel even je beste Catalaans boven halen want met met je Benidorm-Spaans oogst je hier alleen afkeurende blikken.

Website: www.canfosses.com Adres: Planoles (Girona), Spanje

9. Camping Nature - Luxémont-et-Villotte (Champagne)

Aan de rand van de Champagne streek vind je mits wat zoeken deze kleine camping achter een boerderij. De eigenaar besloot de traktor aan de wilgen te hangen en bouwde zijn erf en tuin om tot een fijne plek om te verpozen. Geen vaste campeervilla's of bowling banen, wel ruime percelen tussen het groen. Wandel ook eens naar het meertje van dezelfde eigenaar een kilometer verderop, daar heb je in de zomer zowaar een mega-privé-strand. Volgende keer vragen we of we de tent of camper daar kunnen neerzetten. Een winkel of restaurant is er niet, dus best even shoppen in de supermarkt een paar kilometer verder en zelf je potje koken.

Website: www.camping-nature.net Adres: Camping Nature, 13 Rue de l'Evangile, 51300 Luxémont, France

10. Camping Le Hameau des Lacs - La Pale

Deze plek valt onder de categorie onverwachte vondsten. Op het eerste gezicht is het een minder goed onderhouden franse familiecamping (inclusief WC turque, maar gelukkig ook andere toiletten), maar de ligging aan het meer maakt veel goed. Wij kwamen er einde augustus en dat betekent dat behoorlijk rustig was. Het restaurantje lijkt ook niet veel soeps tot je ontdekt dat de uitbater vroeger een pizzeria had aan de Azurenkust en in zijn prive-steen-oven nog steeds heerlijke pizza's bakt. Een fijn plekje in een streek waar verder hoogstens mega-campings liggen. Anderzijds misschien een minder goede keuze in het hoogseizoen.

Website: www.campingfrance.com/recherchez-votre-camping/midi-pyrenees/aveyron/villefranche-de-panat/le-hameau-des-lacs Adres: Le Hameau de Lacs, D25, 12430 Villefranche De Panat

Heb je zelf ervaringen met deze campings, of eigen vondsten in Frankrijk? Laat het weten in de commentaren en bezorg ons een paar leuke foto's. We werken nog aan lijstjes voor andere landen, dus ook daar zijn tips welkom!

Van Baskenland tot Catalonië: Roda de Isàbena tot Planoles

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Deze route laat je alle aspecten van de Spaanse Pyreneeën in één dag zien. We vetrekken met de Isàbena aan onze zijde richting Zuid naar Benabarra. Onderweg rij je over de Cerro Calvera, een indrukwekkende rotsformatie waar ook mountain bike routes liggen. Benabarra is nog zo'n slaperig Spaans stadjes waar niets te beleven valt, maar wel met een groot fort bovenop de berg. Het gebouw van Moorse origine staat op weinig toeristische kaarten maar werd recent tot in de puntje gerestaureerd en is zeker een stop waard.

Hier nemen we even de hoofdweg richting oost naar Tremp en verder opnieuw op bochtige bergwegen. Wie voor een culinair avontuurtje te vinden is moet zeker de route volledig volgen tot Montanisell. Dat betekent een 7-tal kilometer off-road rijden, maar niets wat ervaren motorrijder op een hoogpoter of zelfs een tourmotor niet aankan. Aan het einde van dit stukje avontuur wacht je Cal Borda (rij gewoon de binnenkoer op). In dit restaurant laat je je best verwennen door de 'dagschotel', dat betekent als voorgerecht huisgemaakte worst (salami, chorizo, ...) naar believen zelf van snijden, en vervolgens een lekker stoofpotje. Wij lieten ons van elk van de vier hoofdschotels een beetje serveren (konijn, kip, varkenspoot en lokaal geschoten everzwijn). En net als je denkt dat je de enige bent die daar die middag komt eten, loopt het restaurant vol met locals en avontuurlijke toeristen.

Vanuit Montanisell kan wel terug over het asfalt terug weg. We laten letterlijk Andorra links liggen en duwen even door in de skigebieden meer naar het oosten. Eindbestemming is Planoles, alweer een klein Spaans dorp dat ergens verloren ligt tussen La Molina en Ribes. Als kers op de taart van de motordag krijg je de een afdaling geserveerd dat alle beroemde Zwitserse bergpassen laat verbleken.

In Planoles vind je camping Can Fosses, een rustige camping met goede infrastructuur. Shoppen doe je bij de lokale bakker en kruidenier die je in vlot Catalaans te woord staan.

Van Baskenland tot Catalonië: Biescas tot Roda de Isàbena

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Vanaf de camping in Gavin vertrekt de route opnieuw richting oost. Het eerste bord zegt: 22 kilometer bochtige weg ... FEEST! En het houdt niet op bij 22 kilometer, zowat 90% van de dag zullen we doorbrengen met sturen van één bocht naar de andere. Deze streek is ook bekend omwille van de mooie bergwandelingen, parapente en ULM vluchten. Dat toerisme brengt ook de nodige horeca met zich mee en het is dan ook geen probleem om een lekkere 'menu del dia' te vinden op en een terrasje en tegen democratische prijzen. Wij lunchten in Castejòn de Sos, in de hoofdstraat vind je verschillende leuke plekken, en kan je motor vlot kwijt.

Nog 50 kilometer bergbochten verder slaan we rechts af naar het zuiden en volgen kronkels van de Isàbena rivier tot Roda de Isàbena. Dit piepklein dorp kijkt uit over de ganse streek en laat je alle aardrijkskundige fenomenen zien die je op school in theorie hebt uitgelegd gekregen. En het dorp heeft nog meer te bieden, het is namelijk het kleinste dorp met een kathedraal in gans Spanje. Zeker de moeite waard van een bezoek waard en neem ook de tijd om een rondleiding te nemen in de kathedraal. Als motorrijder zit je hier perfect om allerhande ritjes te maken, zowel on-road als off-road.

Het mag dan ook niet verbazen Camping Isàbena een kilometer terug altijd wel een aantal motorrijders op bezoek heeft. De Spaanse sfeer en Duitse organisatie van de familie Badia zorgt voor een perfect mix.

Van Baskenland tot Catalonië: St-Jean-Pied-de-Port tot Biescas

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. De Spanjaarden noemen 'hun' kant van de Pyreneeën niet voor niets de 'droge' kant. Het kan aan de Franse kant behoorlijk vochtig zijn, dus gaan we vanaf hier resoluut richting Spanje. Maar niet zonder eerst nog even een prachtig bergpad (perfect berijdbaar) te kiezen met fenomenale vergezichten en kans op ontmoetingen met met gieren (wij zagen er twee van dichtbij), koeien en schapen. Schrik niet als je een bocht om rijdt en daar plots 600 kilogram rundsvlees staat naar jou te kijken. Wat verderop zijn het dan weer paarden die vrij in de natuur rondlopen. Wat verderop slaan we af richting Zuid, de vallei van de Ossau in die ons tot 1800 meter hoog zal leiden langs de Col d'Ossau. Hou die camera klaar voor nog meer prachtige plaatjes van alpenweiden, bergtoppen, grazende koeien met grote bellen en nog meer van fraais waarvan je dacht dat de Alpen er een patent op hadden.

Eens de grens met Spanje over dalen we af naar warmere gebieden en in de buurt van Biescas houden we het vele bochtenwerk voor bekeken en slaan we onze tent op in de uiterst comfortabele (zeg maar luxueuze) camping in Gavin. Terrasje, restaurant, supermarktje en een fijn zwembad gecombineerd met ronduit schitterende sanitaire infrastructuur, een aanrader.

Naar het zuiden met de motor op de autotrein

2014-08-16-13.04.49.jpg
Motor op de trein

Motor op de trein

Of op de mototrein zo je wil ...

Edit 2021: De autotrein dienst is ondertussen overgenomen door https://www.hiflow.com.

Het zijn enkel nog motorrijders met grijs haar die zich herinneren dat je in Brussel je voertuig op de trein kon zetten richting Zuiden. Met het verdwijnen van die dienst vanuit Schaerbeek is het idee om je auto of motor op de trein te zetten blijkbaar uit ons collectief denken verdwenen. Geheel onterecht want zeker als motorrijder kan je op die manier een pak verder op reis zonder je zuurverdiende vakantiedagen op een saaie snelweg te slijten. Maar wat kan er precies en hoe werkt het? Mototravel ging op onderzoek uit.

Vanuit Belgie of Nederland zijn er twee mogelijke vertrekpunten: Dusseldorf in Duitsland (met DB) voor wie richting Italië, Frankrijk, Zuid-Duitsland of Oostenrijk wil, en Parijs (met SNCF) voor wie Naar Zuid Frankrijk wil (vanuit Parijs kan je naar Avignon, Biarritz, Bordeaux, Narbonne, Nice en Fréjus-Saint-Raphaël). Voor ons experiment kozen we als bestemming Biarritz helemaal in het Zuiden aan de Atlantische kust.

Om te beginnen reserveer je heel eenvoudig je tickets bij de SNCF op deze website: https://www.hiflow.com (enkel in het Frans, maar zo voor de hand liggend dat dat niet echt een obstakel mag vormen). Geen zin om je beste frans uit te halen? Dan kan je ook een autotrein biljet bij de NMBS telefonisch boeken. Voor ongeveer 180 euro hebben we binnen de 5 minuten gereserveerd en betaald. We kiezen er voor om de biljetten gratis naar huis te laten opsturen. Dat gebeurt binnen de week en wij hadden nog twee weken tijd. Bij het boeken moet je een aantal zaken over de afmetingen van je motor bevestigen. Het enige wat mij een beetje zorgen baarde was de maximale hoogte van 1,5 meter. Onze BMW R1200GSa is zeker hoger, maar als je het scherm losmaakt en eventueel de spiegels eraf haalt blijf je met deze reus onder de limiet. Let wel, je op dit moment heb je enkel een biljet voor je motor, je moet zelf ook nog op je bestemming geraken. Wij kozen ervoor om aansluitend ook biljetten te bestellen voor de TGV naar Biarritz diezelfde dag. Dat is een handig optie, om 11u ’s avonds ben je al in het Zuiden en kan het geniete beginnen. Je kan ook de dag erna kan vertrekken nadat je een nachtje in Parijs hebt doorgebracht, dan kom je rond de middag aan in Biarritz, zowat tegelijk met je motor. De opties vliegtuig of liften hebben we niet uitgezocht.

Bij het pakken van de motor hou je best rekening met de voorwaarde van de autotrein dat losse bagage niet is toegestaan. Dus enkel harde koffers kunnen mee op de trein, al de rest moet je zelf meenemen. Een beetje optimistisch gingen wij ervan uit dat op z'n minst de tent op de motor kon blijven hangen. Als ze er niet afvalt gedurende 250 autostrade-kilometers, dan zal dat op de trin ook wel lukken zeker? Een kleine misrekening, maar daarover later meer. We voorzagen ook een extra tas om motorlaarzen en broek mee te nemen op te trein, en ook tasjes voor de helm.

Gepakt en gezakt ging het op zaterdagochtend richting Parijs. Vertrek rond 10u betekent aankomen rond 13u in Gare de Bercy (in het Zuiden van Parijs). Perfecte timing want we mochten de motor achterlaten bij de trein tussen 13u en 17u30. Alles zat mee en we waren al voor 13u aan het station. Geen probleem, er stond zelfs al een drietal motoren klaar met dezelfde bestemming. De sympathieke begeleider wist ons te vertellen dat er helemaal niets los moet aan de motor om onder se 1,5 meter te komen. Er hangt een bordje tegen een pilaar die de maximale hoogte aangeeft en daar bleef de GSa ruim onder. Als het over de bagage ging is de man echter minder flexibel. Tassen, of in ons geval de tent, die met snelbinders of spanriemen op de motor hangen gaan mee 'op eigen risico', en hij adviseerde ten stelligste om toch maar alles mee te nemen. Op de waarom-vraag komt een duidelijk (?) antwoord: op de trein kunnen altijd vonken van de electrische bovenleidingen springen en de spanriemen doorbranden ... Wat dat dan met de lak, zadel of andere plastic motoronderdelen doet is ons een raadsel. Maar goed, we waren ingesteld op het betere hijs en sleurwerk dus die tent kon er ook nog wel bij. Nog even een handtekening op een formuliertje waarop bestaande schade aan de motor is aangemerkt en we kunnen weg. Dat laatste lijkt eerder een formaliteit bedacht door een ambtenaar die nog nooit in een station geweest is want het blijft bij twee kruisjes voor een kras en een loszitten stukje plastic. De gedeukte kleppendeksels links en rechts en andere ‘gebruikssporen’ van twee weken off-road in IJsland zijn blijkbaar niet het noteren waarde. Al bij al gaf vooral het personeel ons wel het nodige vertrouwen. Op eenvoudige vraag werd in detail uitgelegd hoe de motor zou vastgemaakt worden (met speciale, onbrandbare, riemen) en onze motor is zeker niet de enige die op de trein gezet werd of terugkwam. We zagen onder andere een fancy Can-Am staan en enkele prijzige Harley’s veilig van de trein rollen.

Eens de motor afgeleverd namen we een taxi naar Gare Montparnasse waar we later die middag een TGV zouden nemen. Metro had ook gekund maar we willen het sleuren met tassen, laarzen en helmen toch een beetje binnen de perken houden. Op dezelfde reden stopten we de gehele zwik in een baggage locker in het station terwijl we de buurt van het station verkenden en een hapje aten. Als je al die zaken begint op te tellen dan loopt de rekening wel op, 7 euro hier en 12 euro daar,  200 euro TGV (voor twee) en straks in Biarritz moeten we ook nog in het stadscentrum geraken en natuurlijk een hotel betalen. Dus een grote besparen tegenover zelf rijden doe je niet.

De rit naar het Zuiden verliep vlotjes. Terwijl we tegen 300 km/u door Frankrijk gleden vroegen we ons af hoe we 5u 30 min onderweg gingen zijn. Een dik uur na vertrek zijn we al bijna halfweg. Het antwoord volgde snel: Hoe verder we van Parijs verwijderd waren hoe trager de trein ging rijden. Eerst viel de snelheid terug naar 150km/u en dan volgende er een reeks tussenstops. Maar stipt om 10u45 rolden we het bescheiden station van Biarritz binnen. Twee haltes verder zoud de trein aan het eindstation Hendaye aankomen, vlak bij de Spaanse grens. Een taxi te pakken krijgen bleek op een zomerse zaterdagavond niet zo evident en toen we meer dan een half uur later nog steeds stonden te wachten besloten we op de net aangekomen lijnbus te springen. Op die manier kwamen we ook tamelijk vlot en voor 2 euro in plaats van 15 euro bij ons hotel in centrum Biarritz. Wij checkten in bij Hotel Oxo en vonden dat perfect. In het centrum maar toch rustig, netjes en aangenaam en niet te duur (ongeveer 90 euro).

Op zondag voormiddag namen we de tijd voor een bezoekje aan de stad en aten we een hapje in de buurt van 'Les Halles'. Maar zo tegen 13u begon de motor microbe toch flink te kriebelen, wetende dat we ons stalen ros vanaf 12u mochten ophalen aan het station. Dus bagage oppikken en taxi richting station!

Daar aangekomen zagen we de beemer netjes staan op een afgesloten terrein. In ruil voor de papieren die we bij aflevering kregen, overhandigde de vriendelijke dame in het kantoor ons de sleutel van de motor. Ze wandelt even mee op de poort te openen en enkele minuten later staan we op straat met een motor die tip top in orde blijkt. Nog even de losse baggage opbinden en de reis kan nu echt beginnen.

Met welke kosten moet je rekenen? (prijzen bij benadering op basis van onze ervaring in de zomer en  twee weken op voorhand geboekt)

  • Treinticket motor: 180 euro

  • Ticket motorrijder: 90 euro

  • Taxi van Gare de Bercy naar Gare Montparnasse: 13 euro

  • Locker: 7 euro

  • Bus naar hotel in Biarritz: 2 euro

  • Overnachting: 90 euro

  • Taxi naar station Biarritz: 12 euro

Links:

Van Baskenland tot Catalonië: Lekeitio naar St-Jean-Pied-de-Port

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Vandaag trekken we Baskenland door van het Westen naar het Oosten. Wie wat extra tijd heeft moet zeker langs Bilbao gaan, maar onderschat het aantal kilometers in deze route niet. Het zijn er maar 171, maar het aantal bochten is fenomenaal. Zelfs van het aantal haarspeldbochten raakten we de tel kwijt. En dat allemaal op rustige wegen, geen caravans of campers te bespeuren, en doorheen eindeloze bossen. Nu weten we (ongeveer) waar de Baskische onafhankelijkheidsstrijders zich schuil houden. Die Baskische ziel voel je trouwens op één of andere manier voortdurend. Dit zijn niet de Spanjaarden die we gewoon zijn te ontmoeten aan de Costa Del Sol. Heel ingetogen mensen die bijzonder blij zijn als ze een bezoeker kunnen verwennen met een eenvoudige maaltijd. Bewijs daarvan was een middagstop in restaurant Arakindegia in Leitza. We konden de motor parkeren in het steegje naast het restaurant zodat de kok van achter het fornuis een oogje in het zeil kon houden en om het menu te verduidelijken werd van elk gerecht een voorbeeldje naar de tafel gebracht. Een aanrader voor wie een stukje Baskische keuken van de gewone man wil leren kennen. Eerder konden we die ietwat vreemde sfeer opsnuiven in Azkoitia waar we op het dorpsplein van een koffie genoten samen met de dorpsoudsten. Dat stadje bleek trouwens de geboorteplaats te zijn van de moeder van Sint Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuïten orde.

Naarmate we verder naar het Westen trekken komen we ook in hoger gebergte terecht en steken we tenslotte de Spaans-Franse grens terug over bij de Izpegi Pas. We duiken de vallei aan de Franse kant in richting St-Jean-Pied-de-Port, een bekende pleisterplaats voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostella. Hier maken ze zich klaar om de Pyreneeën over te steken. Spijtig genoeg betekent dit ook dat het stadje één grote markt is waar toeristen, pelgrims en souvenir verkopers elkaar builen lopen. Voor ons logement rijden we dan ook terug de stad uit richting St-Jean-le-Vieux om ons daar op de rustige camping municipal (eenvoudig en netjes, en vooral rustig) te installeren me een fles wijn.

Download GPS Route: GPS route Van Baskenland tot Catalonië: Lekeitio naar St-Jean-Pied-de-Port

De Route:

Links: