De bron van de Cher, de kleine zus van de Loire

IMG_9796.JPG

De Cher is zo’n beetje de kleine zus van de Loire. Wie als eens de beroemde kastelen van de Loire ging bezoeken die kwam mogelijks ook terecht bij de Cher, want de twee rivieren lopen een tijdlang parallel en ook langs de Cher liggen een pak kastelen. Finaal mondt de Cher ook uit in de Loire, de zussen komen in Tours samen.

Ook de bronnen liggen liggen min of meer in dezelfde streek, de Auvergne, een dikke 250 kilometer uit elkaar. De Cher ontspringt ergens in de Noordelijke uitlopers van de Auvergne, bij zo’n typisch ingeslapen Frans dorpje: Mérinchal. Even buiten het dorp langs een zijweg ligt er een weide waar een aantal beekjes samen de bron van de Cher vormen.

Embed Block
Add an embed URL or code. Learn more

Geen grote avonturen dus rond de bron van de Cher, maar zeker een ommetje waard als je in de buurt bent. Je rijdt er langs de mooiere plattelandswegen van Frankrijk. Geen race-circuit met overzichtelijke bochten, eerder iets om met de 2PK te doen en te genieten van het landschap.

Je krijgt alvast een beeld van de omgeving in deze video:

Meer foto’s van de bron van de Cher:

De Vogezen, naast een motorparadijs ook een 4x4 speeltuin?

De wetgeving Frankrijk is duidelijk en tegelijk onduidelijk. Op de website van de lokale overheid in de Vogezen zegt men dat je overal mag rijden waar dat voorzien is voor normale auto’s. Dus niet op wandelpaden of gewoon door het bos of weiden. Nu liggen er in de bosrijke Vogezen een pak ‘boswegen’ die je als een weg kan aanzien, maar ook kunnen geïnterpreteerd worden als dienstweg voor de overheid, landbouw of bosbeheer. En er zijn geen borden die dat aangeven. In de praktijk kan je dus wel wat gaan exploreren, zolang je maar een beetje beleefd blijft, de natuur respecteert en niet de gekste paden opzoekt. Onderstaand filmpje is een voorbeeld van een fijne bosweg waarvan je naar mijn aanvoelen perfect kan argumenteren dat het een openbare weg is. Die staat trouwens ook aldus aangegeven op deze kaart, het zwarte lijntje links in het midden dat eindigt bij Le Fiadin. En zo liggen er nog honderden in die streek. 

Ervaringen met allroad of 4x4 rijden in de Vogezen? Laat zeker een commentaar achter. 

Scandinoverland: De volledige Scandinavië ervaring

fullsizeoutput_4c60.jpeg

In de zomer van 2017 trokken we vier weken lang door Scandinavië met de G Wagen. Zweden, Noorwegen, Finland én Denemarken moesten eraan geloven. Van Lapland tot Helsinki en van de Noorse Fjorden tot de Russische grens.

Reis met ons mee in dit reisverhaal vol tips, boeiende locaties en fijne ervaringen!

Van Baskenland tot Catalonië: Biescas tot Roda de Isàbena

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Vanaf de camping in Gavin vertrekt de route opnieuw richting oost. Het eerste bord zegt: 22 kilometer bochtige weg ... FEEST! En het houdt niet op bij 22 kilometer, zowat 90% van de dag zullen we doorbrengen met sturen van één bocht naar de andere. Deze streek is ook bekend omwille van de mooie bergwandelingen, parapente en ULM vluchten. Dat toerisme brengt ook de nodige horeca met zich mee en het is dan ook geen probleem om een lekkere 'menu del dia' te vinden op en een terrasje en tegen democratische prijzen. Wij lunchten in Castejòn de Sos, in de hoofdstraat vind je verschillende leuke plekken, en kan je motor vlot kwijt.

Nog 50 kilometer bergbochten verder slaan we rechts af naar het zuiden en volgen kronkels van de Isàbena rivier tot Roda de Isàbena. Dit piepklein dorp kijkt uit over de ganse streek en laat je alle aardrijkskundige fenomenen zien die je op school in theorie hebt uitgelegd gekregen. En het dorp heeft nog meer te bieden, het is namelijk het kleinste dorp met een kathedraal in gans Spanje. Zeker de moeite waard van een bezoek waard en neem ook de tijd om een rondleiding te nemen in de kathedraal. Als motorrijder zit je hier perfect om allerhande ritjes te maken, zowel on-road als off-road.

Het mag dan ook niet verbazen Camping Isàbena een kilometer terug altijd wel een aantal motorrijders op bezoek heeft. De Spaanse sfeer en Duitse organisatie van de familie Badia zorgt voor een perfect mix.

Van Baskenland tot Catalonië: St-Jean-Pied-de-Port tot Biescas

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. De Spanjaarden noemen 'hun' kant van de Pyreneeën niet voor niets de 'droge' kant. Het kan aan de Franse kant behoorlijk vochtig zijn, dus gaan we vanaf hier resoluut richting Spanje. Maar niet zonder eerst nog even een prachtig bergpad (perfect berijdbaar) te kiezen met fenomenale vergezichten en kans op ontmoetingen met met gieren (wij zagen er twee van dichtbij), koeien en schapen. Schrik niet als je een bocht om rijdt en daar plots 600 kilogram rundsvlees staat naar jou te kijken. Wat verderop zijn het dan weer paarden die vrij in de natuur rondlopen. Wat verderop slaan we af richting Zuid, de vallei van de Ossau in die ons tot 1800 meter hoog zal leiden langs de Col d'Ossau. Hou die camera klaar voor nog meer prachtige plaatjes van alpenweiden, bergtoppen, grazende koeien met grote bellen en nog meer van fraais waarvan je dacht dat de Alpen er een patent op hadden.

Eens de grens met Spanje over dalen we af naar warmere gebieden en in de buurt van Biescas houden we het vele bochtenwerk voor bekeken en slaan we onze tent op in de uiterst comfortabele (zeg maar luxueuze) camping in Gavin. Terrasje, restaurant, supermarktje en een fijn zwembad gecombineerd met ronduit schitterende sanitaire infrastructuur, een aanrader.

Naar het zuiden met de motor op de autotrein

2014-08-16-13.04.49.jpg
Motor op de trein

Motor op de trein

Of op de mototrein zo je wil ...

Edit 2021: De autotrein dienst is ondertussen overgenomen door https://www.hiflow.com.

Het zijn enkel nog motorrijders met grijs haar die zich herinneren dat je in Brussel je voertuig op de trein kon zetten richting Zuiden. Met het verdwijnen van die dienst vanuit Schaerbeek is het idee om je auto of motor op de trein te zetten blijkbaar uit ons collectief denken verdwenen. Geheel onterecht want zeker als motorrijder kan je op die manier een pak verder op reis zonder je zuurverdiende vakantiedagen op een saaie snelweg te slijten. Maar wat kan er precies en hoe werkt het? Mototravel ging op onderzoek uit.

Vanuit Belgie of Nederland zijn er twee mogelijke vertrekpunten: Dusseldorf in Duitsland (met DB) voor wie richting Italië, Frankrijk, Zuid-Duitsland of Oostenrijk wil, en Parijs (met SNCF) voor wie Naar Zuid Frankrijk wil (vanuit Parijs kan je naar Avignon, Biarritz, Bordeaux, Narbonne, Nice en Fréjus-Saint-Raphaël). Voor ons experiment kozen we als bestemming Biarritz helemaal in het Zuiden aan de Atlantische kust.

Om te beginnen reserveer je heel eenvoudig je tickets bij de SNCF op deze website: https://www.hiflow.com (enkel in het Frans, maar zo voor de hand liggend dat dat niet echt een obstakel mag vormen). Geen zin om je beste frans uit te halen? Dan kan je ook een autotrein biljet bij de NMBS telefonisch boeken. Voor ongeveer 180 euro hebben we binnen de 5 minuten gereserveerd en betaald. We kiezen er voor om de biljetten gratis naar huis te laten opsturen. Dat gebeurt binnen de week en wij hadden nog twee weken tijd. Bij het boeken moet je een aantal zaken over de afmetingen van je motor bevestigen. Het enige wat mij een beetje zorgen baarde was de maximale hoogte van 1,5 meter. Onze BMW R1200GSa is zeker hoger, maar als je het scherm losmaakt en eventueel de spiegels eraf haalt blijf je met deze reus onder de limiet. Let wel, je op dit moment heb je enkel een biljet voor je motor, je moet zelf ook nog op je bestemming geraken. Wij kozen ervoor om aansluitend ook biljetten te bestellen voor de TGV naar Biarritz diezelfde dag. Dat is een handig optie, om 11u ’s avonds ben je al in het Zuiden en kan het geniete beginnen. Je kan ook de dag erna kan vertrekken nadat je een nachtje in Parijs hebt doorgebracht, dan kom je rond de middag aan in Biarritz, zowat tegelijk met je motor. De opties vliegtuig of liften hebben we niet uitgezocht.

Bij het pakken van de motor hou je best rekening met de voorwaarde van de autotrein dat losse bagage niet is toegestaan. Dus enkel harde koffers kunnen mee op de trein, al de rest moet je zelf meenemen. Een beetje optimistisch gingen wij ervan uit dat op z'n minst de tent op de motor kon blijven hangen. Als ze er niet afvalt gedurende 250 autostrade-kilometers, dan zal dat op de trin ook wel lukken zeker? Een kleine misrekening, maar daarover later meer. We voorzagen ook een extra tas om motorlaarzen en broek mee te nemen op te trein, en ook tasjes voor de helm.

Gepakt en gezakt ging het op zaterdagochtend richting Parijs. Vertrek rond 10u betekent aankomen rond 13u in Gare de Bercy (in het Zuiden van Parijs). Perfecte timing want we mochten de motor achterlaten bij de trein tussen 13u en 17u30. Alles zat mee en we waren al voor 13u aan het station. Geen probleem, er stond zelfs al een drietal motoren klaar met dezelfde bestemming. De sympathieke begeleider wist ons te vertellen dat er helemaal niets los moet aan de motor om onder se 1,5 meter te komen. Er hangt een bordje tegen een pilaar die de maximale hoogte aangeeft en daar bleef de GSa ruim onder. Als het over de bagage ging is de man echter minder flexibel. Tassen, of in ons geval de tent, die met snelbinders of spanriemen op de motor hangen gaan mee 'op eigen risico', en hij adviseerde ten stelligste om toch maar alles mee te nemen. Op de waarom-vraag komt een duidelijk (?) antwoord: op de trein kunnen altijd vonken van de electrische bovenleidingen springen en de spanriemen doorbranden ... Wat dat dan met de lak, zadel of andere plastic motoronderdelen doet is ons een raadsel. Maar goed, we waren ingesteld op het betere hijs en sleurwerk dus die tent kon er ook nog wel bij. Nog even een handtekening op een formuliertje waarop bestaande schade aan de motor is aangemerkt en we kunnen weg. Dat laatste lijkt eerder een formaliteit bedacht door een ambtenaar die nog nooit in een station geweest is want het blijft bij twee kruisjes voor een kras en een loszitten stukje plastic. De gedeukte kleppendeksels links en rechts en andere ‘gebruikssporen’ van twee weken off-road in IJsland zijn blijkbaar niet het noteren waarde. Al bij al gaf vooral het personeel ons wel het nodige vertrouwen. Op eenvoudige vraag werd in detail uitgelegd hoe de motor zou vastgemaakt worden (met speciale, onbrandbare, riemen) en onze motor is zeker niet de enige die op de trein gezet werd of terugkwam. We zagen onder andere een fancy Can-Am staan en enkele prijzige Harley’s veilig van de trein rollen.

Eens de motor afgeleverd namen we een taxi naar Gare Montparnasse waar we later die middag een TGV zouden nemen. Metro had ook gekund maar we willen het sleuren met tassen, laarzen en helmen toch een beetje binnen de perken houden. Op dezelfde reden stopten we de gehele zwik in een baggage locker in het station terwijl we de buurt van het station verkenden en een hapje aten. Als je al die zaken begint op te tellen dan loopt de rekening wel op, 7 euro hier en 12 euro daar,  200 euro TGV (voor twee) en straks in Biarritz moeten we ook nog in het stadscentrum geraken en natuurlijk een hotel betalen. Dus een grote besparen tegenover zelf rijden doe je niet.

De rit naar het Zuiden verliep vlotjes. Terwijl we tegen 300 km/u door Frankrijk gleden vroegen we ons af hoe we 5u 30 min onderweg gingen zijn. Een dik uur na vertrek zijn we al bijna halfweg. Het antwoord volgde snel: Hoe verder we van Parijs verwijderd waren hoe trager de trein ging rijden. Eerst viel de snelheid terug naar 150km/u en dan volgende er een reeks tussenstops. Maar stipt om 10u45 rolden we het bescheiden station van Biarritz binnen. Twee haltes verder zoud de trein aan het eindstation Hendaye aankomen, vlak bij de Spaanse grens. Een taxi te pakken krijgen bleek op een zomerse zaterdagavond niet zo evident en toen we meer dan een half uur later nog steeds stonden te wachten besloten we op de net aangekomen lijnbus te springen. Op die manier kwamen we ook tamelijk vlot en voor 2 euro in plaats van 15 euro bij ons hotel in centrum Biarritz. Wij checkten in bij Hotel Oxo en vonden dat perfect. In het centrum maar toch rustig, netjes en aangenaam en niet te duur (ongeveer 90 euro).

Op zondag voormiddag namen we de tijd voor een bezoekje aan de stad en aten we een hapje in de buurt van 'Les Halles'. Maar zo tegen 13u begon de motor microbe toch flink te kriebelen, wetende dat we ons stalen ros vanaf 12u mochten ophalen aan het station. Dus bagage oppikken en taxi richting station!

Daar aangekomen zagen we de beemer netjes staan op een afgesloten terrein. In ruil voor de papieren die we bij aflevering kregen, overhandigde de vriendelijke dame in het kantoor ons de sleutel van de motor. Ze wandelt even mee op de poort te openen en enkele minuten later staan we op straat met een motor die tip top in orde blijkt. Nog even de losse baggage opbinden en de reis kan nu echt beginnen.

Met welke kosten moet je rekenen? (prijzen bij benadering op basis van onze ervaring in de zomer en  twee weken op voorhand geboekt)

  • Treinticket motor: 180 euro

  • Ticket motorrijder: 90 euro

  • Taxi van Gare de Bercy naar Gare Montparnasse: 13 euro

  • Locker: 7 euro

  • Bus naar hotel in Biarritz: 2 euro

  • Overnachting: 90 euro

  • Taxi naar station Biarritz: 12 euro

Links:

Van Baskenland tot Catalonië: Lekeitio naar St-Jean-Pied-de-Port

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Vandaag trekken we Baskenland door van het Westen naar het Oosten. Wie wat extra tijd heeft moet zeker langs Bilbao gaan, maar onderschat het aantal kilometers in deze route niet. Het zijn er maar 171, maar het aantal bochten is fenomenaal. Zelfs van het aantal haarspeldbochten raakten we de tel kwijt. En dat allemaal op rustige wegen, geen caravans of campers te bespeuren, en doorheen eindeloze bossen. Nu weten we (ongeveer) waar de Baskische onafhankelijkheidsstrijders zich schuil houden. Die Baskische ziel voel je trouwens op één of andere manier voortdurend. Dit zijn niet de Spanjaarden die we gewoon zijn te ontmoeten aan de Costa Del Sol. Heel ingetogen mensen die bijzonder blij zijn als ze een bezoeker kunnen verwennen met een eenvoudige maaltijd. Bewijs daarvan was een middagstop in restaurant Arakindegia in Leitza. We konden de motor parkeren in het steegje naast het restaurant zodat de kok van achter het fornuis een oogje in het zeil kon houden en om het menu te verduidelijken werd van elk gerecht een voorbeeldje naar de tafel gebracht. Een aanrader voor wie een stukje Baskische keuken van de gewone man wil leren kennen. Eerder konden we die ietwat vreemde sfeer opsnuiven in Azkoitia waar we op het dorpsplein van een koffie genoten samen met de dorpsoudsten. Dat stadje bleek trouwens de geboorteplaats te zijn van de moeder van Sint Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuïten orde.

Naarmate we verder naar het Westen trekken komen we ook in hoger gebergte terecht en steken we tenslotte de Spaans-Franse grens terug over bij de Izpegi Pas. We duiken de vallei aan de Franse kant in richting St-Jean-Pied-de-Port, een bekende pleisterplaats voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostella. Hier maken ze zich klaar om de Pyreneeën over te steken. Spijtig genoeg betekent dit ook dat het stadje één grote markt is waar toeristen, pelgrims en souvenir verkopers elkaar builen lopen. Voor ons logement rijden we dan ook terug de stad uit richting St-Jean-le-Vieux om ons daar op de rustige camping municipal (eenvoudig en netjes, en vooral rustig) te installeren me een fles wijn.

Download GPS Route: GPS route Van Baskenland tot Catalonië: Lekeitio naar St-Jean-Pied-de-Port

De Route:

Links:

Van Baskenland tot Catalonië: Biarritz naar Lekeitio

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Biarritz is een typische 'oude glorie' dit nog steeds schijnt. Een geliefkoosde bestemming voor Fransen die zee en bergen (de Pyreneeën) willen combineren, maar ook de plek waar hippe jongeren komen om te surfen. Een (heel) klein beetje Californië in Europa dus, ook al omdat de kustroute die we straks zullen volgen in Spanje heel wat gelijkenissen vertoond met de Pacific Coast Highway. Vooraleer we daar zijn loodst de route ons langs het station van Biarritz (waar je de dus eventueel de motor kan oppikken) en in de richting van de grens met Spanje. We nemen een beetje afstand van de zee en duiken de uitlopers van de Pyreneeën voor het eerst in om vervolgens bij San Sebastian terug zicht te krijgen op de Golf van Biskaje. San Sebastian (of Donostia in het Baskisch) is trouwens meer dan de moeite waard om te bezoeken. Dus als je op tijd vertrokken bent in Biarritz, trek dan zeker een uur of twee uit voor een uitgebreide stop.

Van hieruit gaat het verder langs een kustweg die steeds kleiner en pittoresker wordt. Achter elke bocht schuilt alweer een nieuw adembenemend zicht, ronduit fantastisch. Het einddoel van de rit is Lekeitio. Wat op er op de kaart uitziet als een onbeduidend vissersstadje blijkt een fijne badplaats die enkel door Spanjaarden (en Basken) ontdekt is. Een leuke extra voor de zwemmers is het eiland dan voor de kust ligt en afhankelijk van de waterstand te voet of al zwemmend bereikbaar is. Aan de haven ligt een prachtige Basiliek bij een typisch Zuiders plein, en verderop kan je op één van de vele terrasjes genieten van een kop koffie of iets fris. Het aantal restaurants is dan weer beperkt, wij genoten van een lokale witte wijn en pinxtos (tapas) bij Antzarrak.

Voor de overnachting kunnen we camping Endai aanbevelen als een rustige plek met eenvoudig maar net sanitair. In het lokale winkeltje/bar kan je het noodzakelijke kopen om te eten, or ontbijten. Heb je geen tent mee dan is er ook een klein pension verbonden aan de camping. Daarvoor kan je best reserveren. Je komt deze camping trouwens al tegen twee kilometer voor je in Lekeitio bent.

IJsland Off Road Routes

IJsland is een paradijs voor wie van natuur houdt en off road wil rijden. Je krijgt overal in IJsland mee dat het strikt verboden is om "off road" te rijden, maar daarmee bedoelen ze dat je de paden niet mag verlaten. Geen probleem want die paden zijn in veel gevallen al uitdagend genoeg, zeker voor een motorrijder met baggage. De routes die onder "IJsland Expeditie" staan vormen een mix van gemakkelijke gravel wegen waar je zelfs met een tourmotor over kan en veel moeilijker stukken met stevige rivier doorwadingen. Zo'n rivier oversteken doe je als motorrijder best niet alleen, reis in groep of wacht tot er andere (bvb. 4x4) reizigers in de buurt zijn voor je de oversteek waagt. Uit ervaring blijkt dat zelfs een BMW R1200GS adventure water kan happen in een te diepe rivier. Tip: neem visserslaarzen mee, zo hou je bij diepere rivieren de voetjes droog.

Volgend blogposts bevatten ook downloadbare routes:

IJsland Off Road - Dag 12: Chillen bij de gletscher

Terwijl reisleider Bart nog lag te pitten genoten we van een heerlijk ontbijtje met pannekoeken en ambachtelijke gebrandde koffie. Reporter Rik zorgde voor de koffie en creerde meteen een nieuwe IJslandse specialiteit: de Geysir koffie (tip: Nooit een persfilter op het vuur laten staan terwijl je hem naar beneden drukt). Zo rond tienen startten we de motoren voor een ritje naar het ijsbergen in het meer in Skaftafell aan de voet van de Vatnajokull Gletscher. Een asfaltritje van een 70tal kilometer verder wandelden we naar het meer en genoten we van het landschap als zaten we op het strand van Ibiza.

Totnogtoe waren we van lekke banden gespaard gebleven maar op de terugweg reed Rik vakkundig over een nagel. Zoals het past voor een reporter koos hij hiervoor een fotogeniek plekje. De tubeless band werd in een recordtijd gerepareerd met pluggen uit de BMW, een pompje uit een Seat en de snelheid van depaneur Bart.

De Belgische nationale feestdag werd afgesloten met ... Pizza's en cola ...

Het was een goede dag :)

IJsland Off Road - Dag 11: Terug naar het Zuiden voor de mooiste etappe

Naar goede gewoonte vertrokken we die ochtend anderhalf uur later dan afgesproken, perfect om een paar updates voor de blog te schrijven. Live zetten zal voor later zijn want er is geen electriciteit in de hut, en de iPhone heeft het zo niet op de vochtigheid, koude en schokken op de motor. We zijn dus even 'off the grid'. We leren ook dat het altijd goed is om bij de locals eens te luisteren naar de situatie van de weg voorop. Dan leer je bijvoorbeeld dat wat twee jaar geleden nog een soort snelweg was, eigenlijk een tijdelijke dienstweg was die indertussen grotendeels weggespoeld is. Maar dat kan ons niet tegen houden want ook op de reguliere weg blijken de rivier doorwadingen zeer goed mee te vallen.

Tegen de middag komen we opnieuw in de beschaving bij een waterkrachtcentrale die 1/4 van de electriciteitsbehoeften van Reykjavik voorziet, stukken asfalt zowaar en een tankstation met open wifi. Na een smakelijk pakje noedels zetten we koers richting het Landmannalaugar gebied. Dit natuurpark wordt door het ganse team verkozen tot mooiste plek in IJsland. We rijden een soort teletubbie land in, je verwacht elk moment dat er een gigantische Tinkie Winkie van achter een berg zal verschijnen. De rivier doorwadingen hebben we niet meer geteld, de botten zijn niet meer nodig. Toch heeft de BMW twee keer bijna water gepakt, dus zo onschuldig waren die doorwadingen ook weer niet meer.

Zo'n mooie plek vraagt om een groepsfoto. Een welwillende nederlander speelt fotograaf op instructies van reporter Rik. Toen wist hij nog niet dat wij hem een paar kilometer verderop zouden helpen bij het vervangen van een wiel. Depannage Bart wordt duidelijk geen rust gegund.

Tegen zeven uur kwamen we aan op zowaar een echte camping met douches en zelfs een wasmachine. Hapje eten en naar bed, want drankjes voor een feestje zijn er niet meer. De camping mag dan al aan een drankenwinkel liggen, die zijn doorgaans niet zo laat open in IJsland.

De Route:

IJsland Off Road - Dag 10: Marathon met sleutelplezier

We wisten reeds vanaf het begin van de reis dat de doorsteek van Askja naar Nyidalur afgesloten was. Door het afsmelten van de overvloedige sneeuw van de voorbije winter is de weg een soort drijfzand geworden, geen doorkomen aan. Dus moest er een omweg gemaakt worden. Helemaal naar Myvatn en dan terug naar het zuiden. Om het extra interessant te maken koos onze gids ervoor om een stukje verder te rijden naar Akureyri om daar een nieuwe route naar het hoogland uit te proberen. De 50km extra asfalt was bepaald geen pretje, verschillende rijders dommelden ei zo na in slaap (na de slapeloze stormnacht) en David maakte een pirouette op het natte asfalt toen zijn motor was afgeslagen. De nieuwe route naar het zuiden bleek een toppertje. Alweer prachtige landschappen langs en door bergrivieren die door de extra sneeuw en de veelvuldige regen op sommige plaatsen de weg over bijna honderd meter overspoelden. De rit ging verder over het maanlandschap op het hoogland en tegen zes uur kwamen we opnieuw langs de hut waar we enkele dagen voorheen genoten hadden van het natuurlijk warme buitenbad. Maar de eindbestemming was Nyidalur, zo'n 50 kilometer en drie rivier doorwadingen verder, dus gingen we door op Red Bull en chocolade.

Met de vlag van de vorige hut nog inzicht vatten we de volgende rivier doorwading aan. Dat lukt steeds vlotter, zo vlot zelfs dat Stef in zijn jeugdig enthousiasme de ketting van zijn KTM superenduro brak. Waarschijnlijk een steen uit de rivier. We repareren de ketting maar er blijken drie schakels verdwenen. Met een te hard gespannen ketting neemt de lichtere Kevin het stuur over en wordt de baggage in de jeep gestoken. Ondertussen repareerde ook Michael zijn fiets, daar waren twee bouten verdwenen uit de ophanging van de koffers.

Een uur later zijn we terug op weg. Het is al na negen als we de hut in zicht krijgen ... aan de overkant van een rivier die een 100 tal meter breed stond. De combinatie van opnieuw veel regen en smeltwater maakte dat het water aan het einde van de dag extra hoog stond. Maar het waren vooral de laatste 5 meter die zelfs de jeep bijna verzopen. Met vereende krachten en de hulp van een ranger trokken we er alle KTM's doorheen. Voor de BMW zochten we een andere weg stroomopwaards door de rivier om het diepste punt te omzeilen.

13 uur en 380 kilometer na ons vertrek die ochtend werkten we nog snel een pasta binnen in de hut tussen al slapende trekkers, om vervolgens te genieten van onze welverdiende nachtrust.

De Route (eventueel te splitsten over twee dagen):

IJsland Off Road - Dag 9: Moet er nog zand zijn?

Terug van onze overnachtingsplek namen we nog even ontbijt in het lokale tankstation/winkel/cafe/koffiebar. Van daaruit zetten we koers richting Askja, de vulkaan daar herbergt een prachtig kratermeer en dat wilden we zeker gezien hebben. De weg ernaartoe bleek - na het asfalt stuk - behoorlijk pittig. Bij de tweede doorwading ontmoetten we drie Russische motards op BMW GS-en. Ze waarschuwden voor 15 km zand verderop, wat mij allesbehalve plezier deed. Maar goed, het einddoel was interssant genoeg om even door te bijten. De doorwading leverde mij  alvast een sticker op van de BMW Motorrad Club Russia. En nadat we onze Russische vrienden een handje geholpen hadden steeg mijn zelfvertrouwen, mintens twee van de drie waren duidelijk niet voorbereid op een reis zoals deze. Nu bleek verderop dat ze geen ongelijk hadden wat betreft het zand. Hoe dichter we bij de vulkaan kwamen, hoe meer het soort maanlandschap veranderde in een zwarte Sahara piste. Plezant voor wie er van houdt, zwaar werk voor wie het haat. Het was al tegen 20u aan als we aankwamen op de winderige lava vlakte die dienst doet als kampeerplaats. Tenten opzetten in een cirkel en een snelle hap om aan te sterken, en de liefhebbers konden nog een tochtje maken naar het kratermeer. Drie uur later was de groep terug voor een slapeloze nacht in tentjes die heen en weer gezwiept werden in de eindeloze rukwinden.

De Route:

IJsland Off Road - Dag 8: Go North

Vandaag doen we het noord-Oostelijke deel van IJsland aan. Einddoel van de etappe is Langanes, tot voor kort het dichtste punt bij de poolcirkel in IJsland (tot de geografen de zaak eens herberekenden). Het werd een snelle trip met alle mogelijke variaties aan gravel wegen, gravel, gravel met modder, gravel met keien, gravel met wasbordjes, de IJslanders hebben de kunst van gravel wegen maken in alle finesses doorgrond. Het schiereilend Langanes vormt het uiterste puntje van IJsland en ook van onze reis. Het is ook het einde van de wereld voor de mens. Je vindt er nauwelijks bewoning op een paar boeren na, en de bewoners van het vissersdorp Porshofen waar we benzine en rantsoen konden inslaan. Het rijk is er aan de vogels. sternen en meeuwen bij de vleet, en ook de grappige papegaaiduikers bevolken daar de rotskusten. Wij volgden het pad richting vuurtoren en op een rustig plekje konden we ons wildkamp opslaan terwijl een kudde wilde paarden zich uit de voeten maakte.

De verse vis uit het haventje verderop werd op het vuur gegooid 'en papillotte' met een geheime kruidenmengeling afgewerkt met Ijslandse 'Brennivin'. Het smaakte heerlijk en we sloten de avond met een kampvuur dat kon wedijveren met de vuurtoren even verderop.

IJsland Off Road - Dag 7: Woensdag Walvisdag

Halverwege de reis nemen we een dagje vrijaf. We startten met een excursie in de baai op zoek naar wal- en ander vissen. De vangst leverde 10 dolfijnen en een bultrugwalvis op. De namiddag kon iedereen zijn zin doen, relax. En 's avonds staat papegaaiduiker op hut menu, yummie.

IJsland Off Road - Dag 6: Terug naar de beschaving

Met de routine van de vorige dag in de benen was rit over de kale hoogvlakten te vergelijken met een uitstapje in de Vlaamse Ardennen. Door rivieren en plassen allerhande, rotsen en keien en steeds met wonderbaarlijke landschappen rondom ons. In de verte lokken besneeuwde bergtoppen die ons naar het schiereiland Tjornes zullen leiden. Grondwerken Kevin zorgt als verkenner nu en dan voor wat extra animatie door zijn KTM as-diep te parkeren in het drijfzand en verderop door zijn voorwiel aan volle snelheid te neer te zetten in een put van 30cm, zonder veel erg gelukkig. Naarmate we afdalen naar zeeniveau wordt het lekker warm en we halen zelfs meer dan 18 graden, een hittegolf noemen ze dat hier. Die afdaling zorgt geografisch nog voor een paar spectaculaire extra's, met name watervallen. We bezoeken de Aldeyjarfoss, die omgeven is door basaltzuilen, in één woord: prachtig. De camping in Husavik verwent ons met een luxe die we sinds Reykjavik niet echt meer gekend hebben: douches (inclusief zwavelgeur). Proper gewassen maken we ons klaar voor de Belgische avond, biefstuk friet dus. De frieten werden team-gewijs gesneden uit verse patatjes en beenhouwer Bart sneed de steaks gelijk nen echten. Spijtig genoeg werd de olie niet warm genoeg om ook echt frieten te bakken ('t zal iets met die waterkoeling geweest zijn zeker). Om op deze Belgische avond de handelsbetrekkingen met IJsland op scherp te stellen werd de avond afgesloten met een 'discreet' bezoek aan de lokale horeca.

De Route:

IJsland Off Road - Dag 5: En ... Actie!

De dag kondigde zich niet heel enthousiast aan: druilerig weertje, vocht in de kleren en wegen die  je niet echt off road kan noemen. Wel levensgevaarlijke baantjes met een mengeling van aangeharde gravel, losse steentje, putten links en rechts en dit alles overgoten met een sausje van modder op de meest onverwachte plekken. We bereiken Varmahlid op de middag. Met een stevige cheesburger achter de kiezen kon de pret nu echt beginnen, dit is de dag waarop we voor het eerst rivieren gaan doorwaden. De F752 richting Zuid werd steeds kleiner en ruwer terwijl de bergen rondom om onze aandacht vechtten. De eerste doorwading was al meteen prijs, wat normaal een inlopertje moest worden bleek al direct bijna knie-diep te zijn. Kevin, onze betrouwbare gids en voorrijder van de voorbije dagen, toonde meteen hoe het niet moet en kon maar ternouwernood van een nat pak gered worden door rots-in-de-branding-Stef. De stressfactor stijgt meteen flink, iedereen stelt zich, gehuld in vissersbotten, op langs het ideale pad en een voor een maken motor en piloot de oversteek. Iedereen werkt de klus zonder problemen af, de toon is gezet voor de rest van de namiddag. Er volgen nog drie doorwadingen (waarvan twee ook als dusdaning op de kaart staan) voor we op de hoogvlakte net ten noorden van de Hofsjokull kunnen bivakkeren. Uit een kort gesprekje met een Zwitser die ons tegemoet kwam in een grote survival truck leren we dat er onderweg ook nog grote stukken weg onder water staan, grote plassen zegt hij. Zal wel meevallen denken wij, tot we na talloze lange diepe plassen bij een ware overstroming komen die drie keer zo breed is en dieper dan de strafste rivier doorwading van de dag. Cool bewaren en blijven gaan en zo steken we nog een paar mini-meertjes over. De namiddag is al flink gevorderd als we aan de derde grote doorwading komen. Tamelijk breed, snelstromend water en net iets te diep om er alle vertrouwen in te hebben (tot boven de knie, mijn knie). In theorie kan de BMW Adventure op de hoogste stand dit aan, maar dat was buiten een golf gerekend die zijn weg zocht naar de luchtfilter. Boenk stil in het midden van de rivier. Met vereende krachten werd motor naar de overkant getrokken en de draineringswerken konden beginnen. Terwijl de rest de oversteek maakt werken we aan het vrij maken van de luchtfilter en als blijkt dat we die kunnen uitwringen als een natte vaatdoek is ons vermoeden bevestigd. Volgende stap: bougies uitdraaien. Fluitje van een cent, ware het niet dat in de sleutelset van de BMW de bougiesleutel bleek te ontbreken. En alle KTM's hebben een andere maat. Het is pas na een half uur prutsen met te grote dopsleutels en zelfgemaakte hulpstukken dat chef depaneur Bart nog eens een blik werpt in de materiaalkoffer van de jeep en merkt dat daar alsnog de juiste sleutel in zit. Vanaf nu gaat het snel. Als was het een geolied formule 1 team helpt iedereen mee om de duikboot uit Beieren van zijn water te ontdoen, alles terug in elkaar te zetten, test, start, go! Het is ondertussen na zessen en we moeten nog een eindje. Het laatste stuk verloopt vlot, de laatste rivierdoorwading wordt genomen zonder gebruikelijke voorzorgen alsof we al jaren niets anders doen op de weg van en naar het werk.

De welverdiende rust krijgen we in het natuurlijk bad op onze bivakplek in Laugafell Het water komt daar als bij wonder op perfecte bad-temperatuur uit de grond. Nog snel een lekkere warme hap en we kunnen de vermoeide botten neervlijen in de tenten. Of tot een kot in de nacht doorfilosoferen over goed en kwaad en de zin van het leven. En dat met maar één getuige: mr. Jack Daniels.

Speciale dank vandaag voor het ganse team dat mij en mijn motor weer op weg geholpen heeft, zonder vragen, gezaag of verwijten, als een grote familie. Thanks!

De Route: (opgelet, enkel met een degelijke off-road motor doenbaar, BMW GS best voorzien van snorkel, kous over de luchtinlaat of gewoon heel traag doen)

IJsland Off Road - Dag 4: Over bospoepers en ander vreemde namen in vreemde talen.

Na de derde dag onderweg begint er van alles te bewegen in zo'n groep. Bijnamen, al dan niet uitgesproken in publiek, brengen de onderliggende gedachten stromen naar boven. De mannen met een body mass index (BMI) gelijk aan hun schoenmaat verwijzen naar de smallere medemens als 'de stylo'. Op zoek naar een tegen-bijnaam verschijnt in mijn visueel brein dan het beeld van zo'n dikke artline stift, een alcoholstift dus ... Chef Stef heeft geen extra bijnaam nodig en Maja de bij ligt ook voor de hand. Ik vraag mij af of dat straks allemaal in het boekske van Rikske de reporter gaan verschijnen. Aan het einde van de dag maakt de hilariteit over gids Bart zijn gebrek aan kennis van het Hollands (we gaan in het gleufje rijden, laat u maar gans gaan) iets los in mijn hersenen. Zou hij de enige, echte bospoeper zijn? Hij koos er namelijk voor om wildweg te gaan kamperen op een hoop rotsen op een paar kilometer van het dichtst bijzijnde en enige openbaar toilet op het schiereiland Vatnsnes. Of is dat dan een boskakker? Al die onzin over bijnamen doet ons bijna vergeten dat we gisteren bijna 300 km off road reden zonder noemenswaardige regen. En dat we langs een serie natuurwonderen met moeilijke namen reden die een halve toeristische gids van IJsland kan vullen. In volgorde van verschijning: Geysir (warmwaterbronnen),  Gullfoss (waterval), zwavelvelden in Kjolur en de beroemde vogelrots Hvitserkur om het rijtje af te sluiten. Alleen de zeehonden bleken niet op het appel, hopelijk kan Bart den depaneur er een dagje later alsnog eentje knuffelen.

IJsland Off Road - Dag 3: Met vallen en opstaan

Dag drie (op de FB pagina van Endurofun dag twee) was wat men in wielertermen een kuitenbijter zou noemen. Het begon met wat vals plat in de vorm van gravel wegen die stap voor stap ruwer werden. David vond dat blijkbaar allemaal maar niets en ging na een onverwachte rookstop van start met de branie van Bart Bronkaert toen hij nog mossels kookte. Resultaat: een ongewenste wheelie, KTM in de gracht, onbreekbare endorobakken met een gat erin en ductape om een gescheurde broek samen te houden. Maar met de 'cool' van David bleef alles in orde, gelukkig zat er geen whiskey in de dubbele wand van de bakken. De rest van de dag bleven de valpartijen voorbehouden voor ondergetekende, zand - of in dit geval vulkaanas - het is mijn ding nog niet helemaal. Gelukkig val je er zacht in.

De uitdagingen die we op onze weg vonden volgden elkaar in sneltempo op: zand dus, modder, losse gravel, stijle uitgespoelde paden met losse keien, rotspartijen en dat allemaal overgoten met een flinke hoeveelheid hemelwater. Het perfecte excuus om de natuurelementen te tarten en in open lucht in een warmwater bad te gaan zitten. En de weergoden toonden zich voor eventjes verslagen want de spaghetti bolognese à la facon Endurofun - lees 'vol verassingen' - kon verorberd worden onder een klein zonnetje.

Oh ja, vertelde ik al dat dit alles door ging in alweer fenomenale landschappen?

De Route:

IJsland Off Road - Dag 2: Even inrijden

Navigatie in IJsland zou eenvoudig moeten zijn, er liggen namelijk nauwelijks wegen. De juiste container met onze motoren vinden in de haven van Reykjavik bleek dan net weer iets moeilijker. De taxichauffeur zijn irritatie steeg zienderogen samen met zijn taximeter, tot onze grote gids eindelijk het juiste straatje had gevonden. Vreemd volkje toch die eilandbewoners.

Na het ompakken van de bagage, de obligate last minute reparaties en nog even tanken en kon de eerste inlooprit van start. Geheel in IJslandse traditie zetten we koers richting Noord in de stromende regen. Maar een uurtje later werden we al helemaal betoverd door het landschap, je verwacht elk moment een cycloop achter de volgende tafelberg zien vandaan komen of een hobbit die zit te vissen bij een riviertje. Het offroad gebeuren was een inlopertje, pistes met wat rotsen en plassen maar niets wat meer techniek vereist dan blijven zitten en genieten. Niet te snel rijden en wat rondkijken en plots zie je een gigantische gletscher verschijnen aan de horizon. Dan begin je te zien hoe dit onafgewerkt land is ontstaan, gigantische natuurkrachten die de grootste door de mens gemaakte machines doen krimpen tot vlooien.

Nog zo'n bevreemdend schouwspel is de Hraunfossar, het water van een stevige bergrivier zoekt zijn weg door de lava lagen en stort vervolgens over een kilometer breed terug in de rivier. Voldoende interessant om er een parking bij aan te leggen en er vier studenten met een enquete op af te sturen. Over een paar jaar betaal je hier dus waarschijnlijk een paar honderd krone toegangsgeld.

20140713-071245-25965478.jpg

20140713-071245-25965478.jpg

Met de avond kwam ook de zon en konden we voor het eerst onze tenten opslaan zonder nog natter te worden. De BBQ van Chef Stef smaakte heerlijk, de losgelaten jongeren op de camping zongen tot diep in de nacht die nooit donker werd.

De Route: